Over de werkingsmechanismen van psychotherapie bestaan vele ideeën en theorieën, maar er is bijzonder weinig aangetoond. We weten simpelweg niet precies hoe het komt dat therapie voor sommigen goed werkt en voor anderen niet. Geen enkele vorm van therapie werkt altijd en voor iedereen. Wat ook niet helpt is dat we onderzoek en behandelingen koppelen aan classificaties, waarbij we van geen enkele classificatie weten hoe het precies ontstaat. Het enige dat we weten is dat mensen om zeer uiteenlopende redenen op enig moment psychische problemen kunnen ontwikkelen en vervolgens baat kunnen hebben bij zeer uiteenlopende vormen van therapie. Maar wat werkt voor wie, met welk probleem, onder welke omstandigheden en met welke therapeut? We weten het niet. Daarbij houden veranderingsprocessen van cliënten zich ook helemaal niet aan de theorieën. Veranderingen verlopen niet lineair en vele cliënten ervaren doorbraken en plotselinge verbeteringen (sudden gains) voordat dit theoretisch mogelijk zou zijn. Alle reden dus om de cliënt en zijn of haar persoonlijke doelen en mogelijkheden voorop te stellen en leidend te laten zijn. Een therapiemodel heeft alleen waarde voor zover de cliënt er iets mee kan. Pragmatisme ipv standaardisering en protocollisme!