Er gebeuren mooie dingen op wetenschappelijk gebied in de zoektocht naar het effectiever maken van psychologische behandelingen! De APA Task Force on Evidence-Based Relationships and Responsiveness laat zien dat er stevig wetenschappelijk bewijs is voor het op maat maken van therapie op basis van de HELE PERSOON en dat dit tot een veel grotere effectiviteit van behandelingen leidt dan het koppelen van een behandeling aan een diagnose (Norcross & Wampold, 2018). Iedere therapeut is het er wel over eens dat wat voor de een werkt, niet voor de ander hoeft te werken. De klassieke vraag is: “what treatment, by whom, is most effective for this individual with that specific problem, and under which set of circumstances?”.  Hoewel veel onderzoeksgelden zijn gegaan naar het vergelijken van verschillende standaardbehandelingen gekoppeld aan een DSM classificatie, zijn er ook RCT’s gedaan naar het effect van het op maat maken van therapie, dus het aanpassen van de behandeling aan de hand van cliëntkenmerken (waaronder voorkeuren, motivatiestadia, copingstijlen, enz). Het is trouwens fascinerend dat zelfs in strenge wetenschappelijke condities, waarbij therapeuten zich strikt moeten houden aan een behandelprotocol, er significante verschillen zijn in effectiviteit tussen therapeuten en dat die zijn terug te voeren op aanpassingen die de therapeuten toch maken. Er zijn ontzettend veel cliëntkenmerken die een rol (kunnen) spelen bij het aanpassen van een behandelstrategie, die natuurlijk niet op zichzelf staan maar ook een interactie aangaan met therapeutkenmerken en de therapeutische relatie (waaronder ook de overeenstemming over de doelen en de taken van de therapie). Er is inmiddels sterk wetenschappelijk bewijs (demonstrably effective) voor het aanpassen van behandelingen op basis van preferences (therapie voorkeuren, deze hebben wel maar een bescheiden effect op het verbeteren van de uitkomst, maar hebben wel een significant effect op het betrokken krijgen van mensen in hun therapieproces, het negeren van voorkeuren leidt logischerwijs tot ontevredenheid en het afhaken van mensen), cultuur en religie/spiritualiteit. Er zijn ook veel aanwijzingen (probably effective) voor het aanpassen van behandelingen op basis van copingstijlen, mate van weerstand en stadia van verandering. Het lijkt ook veelbelovend om behandelingen aan te passen op basis van iemands hechtingsstijl, maar daar is nog onvoldoende stevig wetenschappelijk bewijs voor evenals voor vele andere cliëntkenmerken. Desondanks biedt dit al aanknopingspunten om het verschil te gaan maken!

Supermooi hoe we samen met de wetenschap kunnen optrekken in het komen tot een PERSOONLIJKE GGZ! Het is zeer Evidence Based om behandelingen op maat te bieden. Er valt tegelijkertijd nog ontzettend veel te ontdekken in het komen tot effectievere behandelingen. Er zullen in 2019 verschillende boeken verschijnen onder redactie van John Norcross, Michael Lambert en Bruce Wampold nav de werkzaamheden van de APA Task Force. In de tussentijd al hard aan het bouwen aan een nieuwe, sprankelende en menswaardige GGZ, bouw je mee?

Norcross, J.C., & Wampold, B.E. (2018). A new therapy for each patient: Evidence-based relationships and responsiveness. Journal of Clinical Psychology,2018, 1-18.