Mijmeringen over therapie aan de hand van enkele boeken uit mijn kast…
Recentelijk verzorgde ik een lesblok over “Kortdurend behandelen in de GGZ” voor de opleiding tot GZ-psycholoog en daar rees de vraag of ik eens wat kon schrijven over de verschillende boeken en artikelen die ik tijdens de lessen aanhaal en aanraad. Dat leek me wel een aardig plan. Degenen die mij kennen of les van mij hebben gehad, weten dat ik continu het nodige leesvoer tot mij neem. Hierbij het verslag van een zoektocht in de praktijk naar proberen samen het maximale te halen uit iedere of soms zelfs maar enige sessie en wat de (wetenschappelijke) vakliteratuur daarover te melden heeft. Eensessietherapie: samen “alles uit de kast halen”!
Ik dacht eerst aan de uitspraak “het onderste uit de kan halen”, maar dat blijkt een verkeerde samentrekking van andere gezegdes te zijn: “het onderste uit de kan willen hebben” en “alles uit de kast halen”. Het onderste uit de kan willen halen (en dan het lid op je neus krijgen), staat meer voor hebberigheid en de negatieve gevolgen daarvan en dat past niet bij de boodschap van Eensessietherapie. Samen “alles uit de kast halen” bij Eensessietherapie, betekent dat je samen je uiterste best moet doen, maar nu eens niet in een uitgebreide therapie, maar NU, op dit moment, in deze ene en misschien wel enige sessie!
Ik ben al lange tijd geïnspireerd en gefascineerd, en op momenten ook geïntimideerd, door het fenomeen “Eensessietherapie”, of ook wel “Single-Session-Therapy”.
Ik las een jaar of 10 geleden het boek van Moshe Talmon en begon ermee in de praktijk te experimenteren. Cliënten reageerden daar zeer positief op omdat we het vooral niet gingen hebben over wat we allemaal hoopten te gaan doen in therapie, maar het vooral ook nu direct gingen doen. Ook als je niet direct Eensessietherapieën gaat doen, is het de moeite waard om naar je therapieprocedures te kijken en samen met je cliënten na te denken hoe je iedere sessie maximaal effectief kunt laten zijn. Ik las enige jaren geleden het boek “Make every session count, getting the most out of your brief therapy” van Preston, Varzos & Liebert (2000) en heb gepland dat binnenkort te herlezen en ook daar weer zaken over te delen, ook voor cliënten in mijn behandelpraktijk.
Misschien zijn er wel zaken in onze sessies die overbodig zijn? De echte oplossingsgerichte therapeuten zijn daar radicaal in en stellen dat alles rond het probleem overbodig is en willen het alleen maar over de oplossing hebben. Dat gaat mij persoonlijk te ver, ik wil ook luisteren naar mensen en proberen samen te begrijpen wat er speelt. Valideren en verbinden. Het is wel interessant om na te denken over het vinden van een optimale balans daarin en die zal per persoon verschillen.
Recentelijk las ik een interessant boek van Daryl Chow, “The first kiss, Undoing the intake model and igniting the first sessions in psychotherapy“.
Ik heb wel een beetje moeite met de titel, hoewel ik zijn vergelijking wel begrijp: zorg dat het eerste contact memorabel is! Los van de vraag hoe memorabel je eerste keer zoenen was, is het uiterst nuttig om je intakeproces eens onder de loep te nemen en te onderzoeken in hoeverre je mensen weet te verbinden, te betrekken in hun therapieproces vanaf het allereerste moment. Het traditionele intakemodel is gericht op assessment, op informatievergaring, op risico inschatting, op het uitsluiten van vanalles en nog wat (en helaas nogal eens de cliënt). Ik sprak ooit op een congres over zelfredzaamheid over dat we ervoor moeten waken dat een intake geen take-over moet zijn, maar mensen moeten helpen betekenisvolle doelen te stellen waar ze hun schouders onder willen zetten, waarbij zelfredzaamheid en zelfregie een gevolg zullen zijn in plaats van het doel (van de overheid uit bezuinigingsoogpunt). Daryl daagt je in zijn boek uit om te kijken naar hoe je een intake kan laten draaien om engagement, zorgen dat mensen nog willen terugkomen, zorgen dat cliënten bij de intake al zaken in handen krijgen (in plaats van dat ze alleen maar informatie moeten geven) waar ze direct wat mee kunnen. Op basis van dose-response onderzoeken kun je ook concluderen dat het eerste contact, de intake, ook gezien kan worden als het krachtigste behandelcontact. Dat de vonken ervan afvliegen zeg maar…
Recentelijk las ik ook het boek Single-Session-Integrated CBT van Windy Dryden en dat deed de liefde voor eensessietherapie weer flink opbloeien. Hij laat in dit boek mooi zien hoe je vanuit de therapeutische alliantie (de werkrelatie) in één sessie vanuit de cognitieve gedragstherapie (in zijn geval de RET) zaken in beweging kunt krijgen. Het mooie van Windy Dryden is dat hij volkomen open en respectvol staat tegenover ook andere therapie methoden. Ze hebben allemaal hun waarde op het juiste moment en in handen van de juiste personen. Naar aanleiding van dit boek heb ik besloten dat ik niet alleen wil experimenteren met het eensessietherapie model, geïntegreerd in mijn normale therapeutische werkzaamheden, maar het ook als een op zichzelf staande mogelijkheid wil gaan aanbieden. Ik start een kleinschalige pilot in Nijmegen om echt vanuit deze visie en attitude te gaan werken. Het kan goed helpen voor mensen die het gevoel hebben “vast te zitten”, die mogelijk niet een hele therapie nodig hebben om weer verder te komen, maar wel “iets” of een “duwtje in de rug” nodig hebben. Dat gaan we dan proberen direct te doen, zonder verder tijd te verspillen aan zaken die hiervoor overbodig zijn. Natuurlijk is het niet voor iedereen de aangewezen aanpak, laat dat helder zijn! Uit internationale eensessietherapie programma’s (in Amerika, Canada, Engeland en Australië) bleek echter dat het ook goed aansluit bij mensen met chronische en/of multicomplexe problemen die een intensieve formele therapie niet (meer) zien zitten, maar soms wel even “iets” nodig hebben.
Ik probeer binnenkort meer te delen over de Nijmeegse Eensessietherapie-pilot.
Terwijl ik het boek van Windy Dryden las, was ik ook bezig in het boek “De ladder” van Ben Tiggelaar (ik lees over het algemeen meerdere boeken door elkaar heen). En zoals dat gaat in het brein (neurons that fire together, wire together) heb ik het model van de ladder (Wat is je doel? Welk gedrag is daarvoor nodig? Hoe ga je het volhouden, welke support heb je nodig?) gekoppeld aan het Eensessietherapiemodel. Ik wil in mijn pilot kijken of dit simpele laddermodel (waar overigens echt de nodige evidence voor te vinden is in de wetenschappelijke literatuur rondom gedragsverandering) behulpzaam is in het in korte tijd komen tot het in gang zetten van een verandering (en ja, een verandering kost tijd, soms zelfs veel tijd, maar het in gang zetten kan wel in korte tijd gebeuren). Het draait om rake vragen en potentieel levensveranderende ontmoetingen.
De komende tijd ga ik mij (onder andere) verdiepen in de volgende boeken:
- Preston, Varzos, & Liebert (2000). Make every session count. Getting the most out of your brief therapy (herlezen).
- Cooper & Law (2018). Working with goals in psychotherapy and counseling.
- Cooper & Dryden (2016). The handbook of pluralistic counseling and psychotherapy.
- Murphy & Sparks (2018). Strengths-Based Therapy.
Misschien schrijf ik er weer een stuk over in de reeks “Mijmeringen over therapie aan de hand van enkele boeken uit mijn kast”.
Ik ben erg benieuwd naar je reactie! Ik zou zeggen like het, deel het of geef een reactie (op mijn website of op LinkedIn). Je mag het ook negeren natuurlijk. Heb je behoefte aan verder contact, kun je me hier bereiken.
Leuk Michiel dat je dit met ons deelt! Ik lees vaak ook meerdere boeken tegelijk en dit inspireert me om me ook op dit terrein meer te gaan verdiepen. ik kijk uit naar je volgende stuk!