Aflevering 3: Bijna 40….tijd voor wat reflectie

Over enkele dagen word ik 40…ik kan wel zeggen dat het niet uitmaakt, maar het doet me wel wat eigenlijk. Toen ik 17 jaar geleden begon als psycholoog was ik erg ambitieus en wilde ik zo snel mogelijk de opleiding tot gz-psycholoog volgen en dan door naar de opleiding tot klinisch psycholoog/psychotherapeut en daarbij promoveren en management en…en…en meer van die onzin. Gedurende de jaren in de praktijk merkte ik dat mijn hart en ziel lag bij het maken van contact met mensen die juist het gevoel van contact met zichzelf, anderen en het leven kwijt zijn geraakt. Echt contact maken, hoe moeilijk dat met sommige mensen ook is en dan kijken of ze vandaaruit mijn psychologische kennis kunnen benutten in het maken van betekenisvolle nieuwe stappen in hun leven. Ik geniet het meest van mensen te zien groeien, opbloeien en dat ik daarbij weer overbodig word.

Als ik voor mijn boekenkast ga staan zie ik dat ik mij de afgelopen jaren in vele verschillende therapiestromingen heb verdiept: Rationeel Emotieve Therapie, Cognitieve Therapie, Gedragstherapie, (Geïntegreerde) Cognitieve-Gedragstherapie, Acceptance and Commitment Therapy, Dialectische Gedragstherapie, Schemagerichte therapie, Mentalization-Based Treatment, Mindfulness, Psychoanalytische psychotherapie, Kortdurende Psychodynamische Psychotherapie, Cliënt-Centered Therapy, Experentiële therapie, Compassionate Focused Therapy, Emotion Focused Therapy, Strategic Therapy, Oplossingsgerichte therapie, Method-of-Levels Therapy, Interpersoonlijke therapie, Existentiële psychotherapie, Client-Directed-Outcome-Informed therapy, Feedback Informed Therapy, EMDR en nog meer…

Ik vind ze allemaal waardevol en bruikbaar bij de juiste persoon op het juiste moment. Het draait uiteindelijk toch om wat de cliënt er mee kan en doet. Zoals de wetenschap ook laat zien is de ene methode ook niet beter dan de andere. Het draait om “wat werkt op dit moment, voor deze specifieke persoon, met dit specifieke probleem en zoals door mij als therapeut geboden?”  De persoon van de therapeut is hierin zeer wezenlijk, maar lang genegeerd in wetenschappelijk onderzoek (evenals de persoon van de cliënt met diens context, wensen, waarden en betekenisgeving). Een boek dat mij al een tijdje bezighoudt is How and why are some therapists better than others? Understanding therapist effects.

Ik kan hier voor de komende jaren nog veel uit putten waar ik aan moet werken. En ik heb nog ontzettend veel te leren. Toen ik net begon als psycholoog dacht ik dat ik met de juiste registraties er zou zijn, maar al snel werd mij duidelijk dat het in de praktijk allemaal veel onzekerder en ambigu is dan ik met mijn boekenwijsheid dacht. Psychische problematiek en psychologische behandeling is niet rechttoe-rechtaan, een diagnose en behandelcombinatie, maar veeleer een proces van samen ontdekken, vallen en opstaan, trial-and-error en vooral flexibel aanpassen. Wat voor de een werkt, werkt totaal anders voor de ander. Recentelijk las ik het boek Obliquity, why our goals best achieved indirectly

en dat beschrijf precies wat ik in de praktijk zelf en met cliënten tegenkom: er spelen zo veel onzekere factoren en je doelen veranderen zo vaak, dat je je beter kunt laten leiden door wat je onderweg tegenkomt en daarop inspelen. En dit is geen oproep om zomaar wat te doen of maar wat aan te klooien, ik ben een groot voorstander van wetenschappelijk onderbouwd werken, maar het is vooral belangrijk flexibel te zijn in de gezamenlijke aanpak en steeds samen te werken. Samenwerken vanuit overeenstemming over de doelen en de taken van de therapie en daarbij beseffen dat er ontzettend veel onzeker is.

In de loop van de jaren heb ik ook moeten leren met deze grote mate van onzekerheid om te gaan. Deze te verdragen in plaats van weg te theoretiseren met allerlei psychologische theorieën. Deze onzekerheid moet juist leiden tot een onbevooroordeeld luisteren. Echt luisteren. Supermoeilijk. Vanuit dit echt luisteren proberen te begrijpen hoe de wereld van de cliënt er door diens ogen uitziet en vervolgens dit begrip proberen terug te communiceren en samen te kijken hoe de ander vandaaruit verder kan komen. Dat is empathie geloof ik. De basis van ons vak, eigenlijk van ieder relationeel beroep. Een paar jaar geleden las ik het boek What patients say, what doctors hear van Danielle Ofri en dat maakte me weer enorm bewust van de kunst van het echt luisteren (in plaats van de echo’s van je eigen aannames en gedachtes te horen) en hoe vaak dat ook misgaat in de praktijk.

En dat therapie soms niet werkt en misgaat is een kant waar ik nog steeds mee moet leren om te gaan.  De communicatieproblemen (wat de cliënt zegt, wat de therapeut hoort; wat de therapeut zegt, wat de cliënt hoort) kunnen ertoe leiden dat je elkaar soms helemaal niet begrepen blijkt te hebben. Dat je vol goede bedoelingen iemand oprecht hebt proberen te helpen, maar dat die persoon soms heel andere dingen hoorde, andere verwachtingen had en diep teleurgesteld in je is. Ideaal gezien kun je deze breuk samen repareren en daar beiden van leren, maar soms zijn de verhoudingen zo verstoord dat het beter is om daar beiden met anderen naar te kijken en van te leren. Ik heb veel gehad aan het boek Beter worden in je vak van Anton Hafkenscheid om verder te werken aan systematische zelfreflectie.

En belangrijk om te zien dat psychotherapie een vak is. Een vak met vaardigheden en vakmanschap. Daar probeer ik steeds verder aan te werken, mezelf continu te verbeteren. De ambities die ik had toen ik begon als psycholoog zijn totaal veranderd. Ik ben niet de opleiding tot klinisch psycholoog gaan volgen en ik ben niet gaan promoveren en ook met management houd ik me niet bezig. Mijn ambities zijn de afgelopen jaren vooral om een steeds betere therapeut te worden. Een goede therapeut of eigenlijk gewoon een goed mens proberen te zijn. Ik heb hierin veel gehad aan het boek Wat zou Aristoteles doen? Hoe oude filosofie je leven kan veranderen van Edith Hall.

En Aristoteles is een inspirerende leermeester in de zoektocht naar hoe je de beste versie van jezelf kunt worden!

Als dan binnenkort de midlife-crisis een feit is, heb ik deze oude filosofie omtrent hoe goed te leven waarschijnlijk hard nodig. En is deze vraag eigenlijk niet waar ieder mens zich in meer of mindere mate mee bezig houdt? En als je het als mens soms allemaal even niet meer weet, dan is het toch fijn als een ander mens even bij je komt zitten en dat je je dan gezien, gehoord en gesteund weet en je helpt om weer de moed te vinden om nieuwe wegen in te slaan?

Ik ben erg dankbaar dat ik de afgelopen jaren met zo veel bondgenoten samen heb mogen leren en groeien. Samen werken, samen leren, samen leven!