Ik ben al langere tijd bezig met het thema doelen stellen in therapie. In mijn trainingen geef ik daar ook een hele module over, waarin we stilstaan bij het samen stellen van betekenisvolle persoonlijke doelen, het koppelen van krachten, kwaliteiten en waarden van de betrokkene aan de doelen, zingeving, positieve formulering, enz. Therapie zonder doel is doelloos en daarmee vaak ook eindeloos. Vervolgens vind ik ROM heel erg nuttig om samen goed in de gaten te houden hoe we het doen, of we on-track zijn of dat we moeten bijsturen.

Toch realiseer ik mij dat er ook een keerzijde bestaat. Alle aandacht voor doelen, resultaatgerichtheid, waardecreatie en zo meer kunnen ook afleiden van de processen. Het doel van een wedstrijd is om de beste score te halen, maar het zou toch ronduit ridicuul zijn om de hele wedstrijd naar het scorebord te gaan staan kijken? Doelen geven richting, maar laat therapie vooral meer zijn dan het samen naar de horizon staren. Zo blijkt uit nieuwe onderzoeken dat ROM ook niet zo heel veel bijdraagt aan betere therapieresultaten als in eerste instantie gedacht werd. ROM kan vooral helpen om de aandacht van therapeut en cliƫnt te richten op de basale therapieprocessen in het hier en nu en kan helpen om het verschil te maken als het niet goed loopt. Het gaat er natuurlijk vooral om wat je er samen mee doet, een score geeft geen feedback in wat er anders moet. Zoals een slechte score in een wedstrijd wel het signaal geeft dat er iets moet veranderen, maar wat er moet veranderen kun je niet uit die score halen.

Niet zozeer waar werken we naartoe, maar hoe doen we het nu? De aandacht richten op het proces. Alle signalen over resultaatgericht financieren, value-based mental healthcare, ROM data verzameling voor benchmarking, geven aan dat we in de zorg niet-on-track zijn. We zitten niet op het goede spoor. Laten we met elkaar in gesprek gaan over hoe we nu bezig zijn en hoe we het therapieproces weer centraal kunnen stellen. Hoe we het samen beter kunnen doen in het hier-en-nu!