Vooruitgang in de GGZ?
In het verontrustende besef dat de effectiviteit van psychologische behandelingen de afgelopen decennia niet is toegenomen1 en individuele therapeuten ondanks registraties, scholingen en ervaring niet zonder meer beter lijken te worden1,2, moeten we concluderen dat we op het verkeerde spoor zitten.
Om vooruit te gaan in de GGZ, zullen we terug moeten…
…terug naar het besef dat alle vormen van hulpverlening op de eerste plaats beginnen bij een relatie tussen hulpverlener en cliënt3. Binnen deze relatie wordt er gewerkt aan een gezamenlijk begrijpen vanwaaruit er aan herstel gewerkt kan worden. Daarvoor moeten mensen zich gehoord, gezien en begrepen voelen en moet er dus actief geluisterd worden. We moeten terug naar de wetenschap dat positieve verwachtingen, hoop en placebo een belangrijke rol spelen4. Terug naar het gegeven dat zinvolle verbindingen van levensbelang zijn evenals de verhalen die we over en aan onszelf vertellen5. Moeten we terug naar de wetenschap dat een therapeutische relatie met een begripvolle en empathische hulpverlener een helend effect heeft, waarvoor de bewijzen vanuit de neurowetenschappen en de psychoneuroimmunologie binnenkomen3, 6, 7.
En terug naar het besef dat ook al worden deze zaken gezien als algemene of non-specifieke therapiefactoren, ze niet algemeen of zonder meer aanwezig zijn. Daar zullen we actief aan moeten werken en daar valt nog een wereld te winnen8.