Selecteer een pagina

Met enige regelmaat schrijf ik zaken in mijn leerboek(je). Af en toe zal ik zaken daaruit hieronder delen. Misschien kan het helpen in jouw leerprocessen. Zo niet, negeer het dan verder.

Laatste keer bijgewerkt 23 mei 2021

Inleiding

In mijn studententijd droomde ik ervan om schrijver te worden. Ik wilde boeken schrijven. Eigenlijk niet zo maar boeken, maar echte ‘meesterwerken’ die mensen zouden raken, beroeren en echt iets zouden betekenen. Diepzinnig en vol wijsheden.
Ik schreef in die jaren verschillende notitieboekjes vol met ‘aantekeningen’ voor mijn boeken, maar eigenlijk vooral met de frustraties dat het niet wilde vlotten met de diepzinnige meesterwerken. Ik begon me steeds meer als een mislukking te beschouwen. Iedere vrijdagavond hoopte ik in een soort creatieve schrijfmanie te komen en dan in in een roes in één keer het ‘meesterwerk’ eruit te laten stromen. Uiteindelijk werd ik altijd vooral erg dronken, verdrietig en kreeg ik een dikke kater op de koop toe. In de loop van de tijd heb ik mijn pogingen maar gestaakt vanuit de gedachte dat ik beter kon proberen het leven echt te (be)leven dan het op mijn kamertje uit mijn duim te proberen te zuigen.

De wereld van boeken en kennis bleef me wel steeds aantrekken. Vanaf eind middelbare school begon ik veel te lezen en tot op heden (ik ben nu 41) lees ik zeker één boek per week, zowel romans als vakliteratuur. Dat is niet bedoeld als opschepperij, het zijn simpelweg leesgewoontes geworden.

In mijn werk als therapeut vind ik het ook heerlijk om kennis te nemen van het leven van de ander, echte dialogen te voeren en samen te leren en te groeien.

En ik leerde enorm veel. Gaandeweg werd ik steeds vaker gevraagd om mijn leerervaringen te delen: klinische lessen, lezingen, presentaties op congressen, workshops, trainingen en lesgeven bij de opleiding tot GZ-psycholoog. Hier leerde ik ook weer enorm veel van, ‘waarom doe ik wat ik doe?’, en dat nam ik dan ook weer mee naar mijn praktijk.
Daarnaast leerde ik ook mijn sociale angst en dan vooral mijn diepgewortelde angst voor spreken in het openbaar te overwinnen. Ik kreeg zelfs plezier in het staan voor groepen en het kwetsbaar zijn in het zoeken naar hoe we kunnen verbeteren.

Ik begon ook weer te schrijven.

Ik begon mijn leerervaringen op te schrijven en als een soort blogjes te delen via LinkedIn. Naast dat ik dit aanvankelijk natuurlijk doodeng vond en allerlei kritische reacties vreesde, vond ik het fascinerend hoeveel respons het kreeg. Natuurlijk zaten er ook kritische reacties bij en was het een goede uitdaging om daarmee te leren omgaan, maar ik kreeg vooral ontzettend veel positieve reacties van mensen die blij waren met dit geluid en me gingen volgen of zelfs trainingen wilden volgen. Ik schreef ook wat grotere, uitgebreidere artikelen en deelde die ook op social media. De aanvragen voor lezingen en trainingen stroomden binnen en wat ik er eerst af en toe een beetje bij deed, begon nu een serieus deel van mijn werk (en inkomen) te worden.
Een oude droom stak ook weer de kop op: ik wilde weer een boek gaan schrijven. Een boek over mijn leerervaringen in en rondom therapie. Een verslag van het vele grasduinen in de wetenschappelijke vakliteratuur. Niet zomaar een boek, nee een waar ‘meesterwerk’ die mijn vakgenoten zou raken en beroeren en echt iets zou betekenen. Diepzinnig en vol wijsheden.

Naast deze oude droom staken ook de oude processen weer de kop op: onrust, uitstelgedrag, fantasieën over succes en de frustratie dat het niet wilde vlotten. Er was wel een verschil met 20 jaar geleden: ik kwam wel tot schrijven. Ik schreef zelfs best wel veel en heb me ook een aantal keer teruggetrokken om in afzondering een paar dagen te schrijven. Ik probeerde een goed wetenschappelijk onderbouwd boek in elkaar te zetten over hoe je een betere therapeut kunt worden. Hoe kun je zo effectief mogelijk behandelen en ook zo efficiënt mogelijk, zonder tijd te verspillen? Ik had een hele opzet gemaakt, maar langzaam begon ik me te beseffen dat dit niet het boek is dat ik wil schrijven.
Ik dacht eerst dat het te maken had met faalangst. Dat het niet goed genoeg was en niet aan de hoge verwachtingen voldeed. Ik voelde ook veel opluchting toen ik besloot om te stoppen. Dat gaf me weer de ruimte om met plezier al lezend en schrijvend allerlei interessante sporen te onderzoeken. Het voelde ook geruime tijd alsof ik het spoor bijster was geraakt, tot ik al schrijvend besefte wat het probleem was: ik leerde niets.

Het stond me tegen omdat ik eigenlijk een saai stuk aan het schrijven was. Het was niet spannend (voor mij), ik ontdekte niets, ik leerde er zelf niets meer van en had er geen plezier meer in. Wat ooit begon als een avontuur, bleek te zijn vastgelopen in een saai beschrijvend proces.
Me daarvan ontdoen door te stoppen met het geven van presentaties en het niet meer schrijven voor de makkelijke reacties, gaf me de ruimte om mijn eigen leer- en groeiproces weer te ontdekken. Door zelf weer op avontuur te gaan in

Hoe ik schrijf
Hoe ik lees
Hoe ik werk
Hoe ik leef

Hoe ik schrijf

Het duurde lang voor ik doorhad dat het mij eigenlijk gaat om het proces van schrijven en niet om de geschreven output. Dat is eigenlijk maar een bijproduct. Schrijven om dat het mij helpt om zaken en mezelf te doorgronden. Schrijvend door mijn gedachten, gevoelens en ervaringen te wandelen en daarbij goed rond te kijken en te zoeken naar open plekken. Te ont-dekken waar wat te leren valt.

Ik moest daarvoor wel loskomen van mijn fantasieën over het bereiken van succes, roem of status. En me daar steeds weer opnieuw aan herinneren.

Teleurstelling: lange tijd (vele jaren) ben ik steeds gefrustreerd geweest als ik de zaken niet zo kreeg opgeschreven zoals ik ze me had voorgesteld. Ik krijg altijd maar een fractie op papier van wat ik leer, overdenk, ervaar en beleef. Ik moet me steeds weer voorhouden dat het mij is te doen om te leren, te groeien en mezelf steeds te verbeteren. Niet om succes, roem of bewondering te krijgen. Aangezien het proces van schrijven mij enorm helpt, hoef ik natuurlijk nooit teleurgesteld te zijn in wat ik uiteindelijk opschrijf.

Dat zou het middel met het doel verwarren zijn.

Eindeloos proces: het schrijven is onderdeel in mijn groeiprocessen. Het heeft daarmee geen begin – midden – en einde. Het is een eindeloos proces.
Ik schrijf voor mezelf in mijn leerboekje, maar schrijf dus geen boek voor een ander. Ik vind het wel een fijne gedachte dat anderen misschien wat kunnen hebben aan mijn verslaglegging, maar het blijft wel maar bijzaak.

Ieder(s) proces is uniek en eindeloos.

Hoe ik lees

Teleurstelling: Ik ben vaak teleurgesteld in de boeken die ik lees. Ik verwacht er altijd meer van.
Ik verwacht blijkbaar antwoorden te vinden, een soort definitieve antwoorden. “Als ik me dit (onderwerp boek) eigen heb gemaakt, dan ben ik eindelijk waar ik moet zijn, dan kan ik eindelijk…”.
Tja… en dat valt dan dus eigenlijk altijd nogal tegen. De werkelijkheid blijkt toch altijd complexer te zijn… waarop ik meestal na de teleurstelling met goede moed een nieuw boek oppak en al snel weer denk: “Als ik met dit eigen heb gemaakt, dan ben ik waar ik wezen moet, dan kan ik eindelijk…”
Ik hou heel erg van boeken en van lezen. Het is als een soort zuurstof, eten of brandstof. Het houdt mijn processen mede gaande. Het zou toch ook vreemd zijn om te verwachten dat ik na een goede maaltijd nooit meer honger zal krijgen.
Bovenstaande vergelijking klopt natuurlijk helemaal niet. Zuurstof en eten heb ik echt nodig (zonder zou ik doodgaan) boeken zijn in wezen niet nodig. Maar ze helpen wel.

Associatieve verbanden
Ik lees vrijwel altijd meerdere boeken door elkaar heen. Ik lees een stuk in het ene boek en volg dan een spoortje in een ander boek. Hierdoor raken zaken nogal eens verbonden aan elkaar en leg ik verbanden.

Ik vind het heerlijk om zo rond te wandelen, te grasduinen, zonder vooropgezet plan.

Hoe ik werk

Onvrede. Recent dacht ik: Onvrede, daar moet ik eens induiken. Ik ervaar nogal eens een soort onvrede in mijn werk. Vaak volgt het op intense en intensieve sessies. Ook moeite om binnen de tijd het blijven, of eigenlijk: het lukte niet om binnen de 45 minuten te blijven. Dacht eerst dat daar de onvrede in zat en was al aan het nadenken over hoe ik de sessies beter kon structureren. De tijd bewaken enz. Absoluut nuttig, maar eigenlijk zit het ‘m daar niet in merk ik.
Het betreft sessies waar we in de learning zone hebben verkeerd (of in ieder geval ik, ga er zomaar vanuit dat het voor de cliënt ook zo is, maar dat is natuurlijk maar helemaal de vraag). Buiten de comfort zone dus. Waar het oncomfortabel is.
Toen ik mij recent in een dergelijke onvrede toestand realiseerde: “hier valt wat te leren”, verdween het gevoel van onvrede vrijwel direct. Het veranderde direct in nieuwsgierigheid.

Laat ik het gevoel van onvrede dus nu beschouwen als een belangrijk signaal: hier valt iets te leren!

De disconnectie in de GGZ

“Dit kan niet waar zijn” het boek van Joris Luyendijk, waar aan de hand van gesprekken met insiders een verbijsterende blik wordt geworpen op het financiële systeem, zou onder dezelfde titel geschreven kunnen worden over het wel en wee van het geestelijke gezondheidszorg systeem. Gesprekken die ik de afgelopen jaren met cliënten, collega’s, beleidsmedewerkers, huisartsen, wetenschappers en vertegenwoordigers van zorgverzekeraars heb gevoerd, roepen bij mij dezelfde verbijstering op. Dit kan niet waar zijn, niemand wil het zo en toch krijgen we het niet veranderd.

Ik zie collega’s die besluiten niet meer mee te doen en te stoppen of zo veel als mogelijk buiten dit systeem gaan werken. Ik begrijp dat volledig. Als hulpverlener wil je hoogwaardige kwaliteit leveren, die paradoxaal genoeg door de zogenaamde ‘kwaliteits’-eisen van ons huidige systeem ondermijnd of onmogelijk gemaakt worden. Veel van de cliënten die ik zie, kunnen het zich echter niet permitteren om buiten het huidige zorgsysteem hulp te zoeken. Ik wil hen niet in de steek laten.

Ik probeer een eilandje van menselijke hulpverlening te creëren en probeer dapper stand te houden in de tsunami’s van protocollen, standaarden (one size fits none), richtlijnen, kwaliteitsstatuten, gebakken wetenschappelijke lucht, registraties en verenigingen voor bepaalde vormen van therapie (tribalisme).

Het kan toch niet waar zijn dat je als cliënt met ernstige problemen van hot naar her wordt verwezen, als een hete aardappel naar de wachtlijst van een volgend ‘expertisecentrum’ wordt doorgeven en je uiteindelijk na heel lang wachten soms nog steeds geen steek verder bent gekomen.

Of na langdurige diagnostische vragenlijstsessies met verschillende labels en de boodschap dat het inderdaad ernstige problemen zijn naar de huisarts teruggestuurd wordt. De problemen zijn dan helaas te ernstig voor de hoogspecialistische nauwe hokjes.

Probeert u het vooral later nog eens als u beter bent…

Ga terug naar start, u ontvangt voorlopig nog geen behandeling, terug bij af.

Het kan toch niet waar zijn dat als je iemand gedurende een traject leert kennen en samen tot een goed onderbouwd plan komt om een bepaalde vorm van therapie of training te gaan volgen, de instelling waar ze dit bieden vindt dat er eerst bij hen een soortgelijk traject moet plaatsvinden als wat net doorlopen is. Zogenaamd omdat daarmee de verbinding tussen de basis- en specialistische ggz beter wordt…

Ga terug naar start, u ontvangt voorlopig nog geen behandeling.

Dat is geen verbinding, dat is disconnectie. Zelfs bij de Ikea hoef je tegenwoordig niet meer de hele winkel door als je al precies weet wat je nodig hebt.

Het kan toch ook niet waar zijn dat we als veld zo blijven fixeren op DSM classificaties en specifieke technieken, terwijl de wetenschap laat zien dat de uitkomst van psychologische behandelingen voor het overgrote deel door de cliënt(factoren) wordt bepaald. Hoe kan het ook anders? Het zijn cliënten die er iets mee moeten kunnen. Ook therapeutfactoren, relationele factoren, context, non-specifieke factoren en ja, ook specifieke factoren spelen een rol. Ook dat is een disconnectie in de GGZ: de belangrijkste actoren (de cliënt, de therapeut en hun connectie, relatie) worden stelselmatig genegeerd.

Dus, zullen we samen gaan bouwen aan een nieuwe, sprankelende en menswaardige GGZ?

Hoe ik leef

Referenties